Alida Everts
Verbinding in verschil
Alida Everts combineert. Door in en uit te zoomen. Door vormtalen naast elkaar te zetten. Door verschillende disciplines te combineren. Tekenen en schilderen vormen de basis. Sinds 2015 speelt ook klei een belangrijke rol. Bloemen en planten zijn haar belangrijkste inspiratiebron.
Als kind al fascineert de vormenwereld van bloemen en planten Alida Everts (Hoogeveen, 1951). ‘Ik telde hoeveel blaadjes een pioenroos heeft. En uit die tijd weet ik hoe zaadjes van de goudsbloem eruitzien.’ Na de vakschool bloemsierkunst gaat ze in een bloemisterij werken. Zeven jaar later, als het werk routine wordt, besluit ze naar de kunstacademie te gaan.
Alida combineert graag. Door verschillende soorten werk naast elkaar te hangen, bijvoorbeeld een keramisch object naast een schilderij. Door in één werk verschillende vormtalen te gebruiken, zoals sjabloonvormen, ragfijne pentekeningen en vette penseelstreken. Door microscopische uitvergrotingen naast contourlijnen te zetten, geabstraheerde dwarsdoorsnedes tegenover gestileerde sjabloonvormen, enz. Zo onderzoekt ze de wisselwerking tussen vormen en onthult ze de verbinding in verschil.
Klei
Klei is een prettig materiaal. ‘Het heeft iets aards. Het is fijn om in je handen te hebben.’ Voor Alida heeft het een speciale betekenis: ‘Ik vind het mooi om de wereld van planten en bloemen te boetseren uit de aarde waarin ze groeien.’ Dat ze geen opleiding tot keramist heeft gevolgd, is geen probleem. ‘Gewoon beginnen,’ is haar devies. ‘En heel veel miskleunen. Dat hoort erbij.’ Technische perfectie streeft ze niet na. ‘Je hebt mensen die topdingen maken van porcelein. Dat je denkt: Wat is dat technisch knáp gemaakt …’ Haar toon verraadt dat daarmee alles gezegd is.
Intuïtief
Alida gaat intuïtief te werk. ’Ik rol de klei uit. Op de goede manier, dus twee kanten op. Dat heb ik inmiddels geleerd. Dan begin ik erop te timmeren met hamers en achterkanten van vorken en lepels en wat ook maar.’ Ze wijst naar een bolle vorm vol gaten. ‘Deze heb ik bijna murw geslagen. Juist daardoor vind ik hem heel mooi geworden.’ Om ruimtelijkheid te scheppen, legt ze de bewerkte kleiplaat op een vorm van kranten te drogen.
Decoratie
Zonder blikken of blozen past Alida technieken toe die een keramist doen gruwen: ze beschildert objecten met parelmoer verf en tekent erop met potlood of acrylstift. Glazuur gebruikt ze ook. ‘Maar bloempje voor bloempje kleuren daar heb ik niets mee. Als ik glazuur gebruik, giet ik er één kleur over. Dat vind ik genoeg. De vormen zijn uit zichzelf al stevig genoeg.’ Eigenlijk werkt ze het liefst met pure klei. ‘Kijk naar deze vormen,’ zegt ze, wijzend op een reeks objecten van witte en zwart bakkende klei. ‘Die hebben genoeg aan zichzelf. Daar hoeft niets meer bij. Die zijn klaar.’
Kleurverschillen
Zonder blikken of blozen past Alida technieken toe die een keramist doen gruwen: ze beschildert objecten met parelmoer verf en tekent erop met potlood of acrylstift. Glazuur gebruikt ze ook. ‘Maar bloempje voor bloempje kleuren daar heb ik niets mee. Als ik glazuur gebruik, giet ik er één kleur over. Dat vind ik genoeg. De vormen zijn uit zichzelf al stevig genoeg.’ Eigenlijk werkt ze het liefst met pure klei. ‘Kijk naar deze vormen,’ zegt ze, wijzend op een reeks objecten van witte en zwart bakkende klei. ‘Die hebben genoeg aan zichzelf. Daar hoeft niets meer bij. Die zijn klaar.’
Sereen
Haar boeket op de Triënale is samengesteld uit tientallen in een cirkel opgehangen objecten van zwartbakkende klei. Dit sober uitgevoerde werk straalt een grote kracht uit. ‘Tijdens een gezamenlijke tentoonstelling met Jet van Oosten had ik drie wanden volhangen met zwarte vormen. Van boven tot onder. Jet had gehaakte vormen gemaakt. Dus alle kleuren die eigenlijk in de bloemen zitten, had zij in haar haaksels zitten. En ik had alleen zwart aan de muur. Dat was een mooie combinatie. Mensen die binnenkwamen zeiden: Het lijkt wel of ik een kerk binnenkom. Het had iets sereens. Dat vond ik heel mooi.’