Alida Everts
Kunstenaars in de wijk
Het adres is Noorderhaven 53, je moet het even weten om het te vinden. Het pand waar Alida haar atelier heeft wordt uitgebreid beschreven in ‘Een Deftig Huys met een fraay Hoff’ van eigenaar Rienk Bijma.
In De Kop d’r Veur van mei/juni dit jaar werd er al aandacht aan het boek geschonken.
Sinds de 90er jaren werd het pand steeds meer een plek voor kunstenaars. Op de begane grond huist onder andere Noorderateliers, School voor Schilderkunst.
Nadat Alida 25 jaar een atelier had in de Blekerstraat en daar weg moest kwam tot haar vreugde deze plek vrij. Het atelier ligt op de derde verdieping en heeft aan noord en zuidkant ramen. Aan de Zuidkant heb je een riant uitzicht over de torens van de stad. ‘Altijd mooi om daar te gaan staan kijken als je het even niet meer weet.’
Sinds ze zich kan herinneren wordt het leven van Alida Everts bevolkt met bloemen en planten. In haar vroege herinneringen loopt het gezin Everts op zondag door de tuin, de trots van haar vader. Hij ontwierp de tuin en beplantte die met stekjes die hij kreeg tijdens zijn bezoeken aan buurtgenoten. Leuk detail: Hij noemde de resultaten naar de naam van de gulle gever. ‘Kijk, Hilde doet het geweldig’. Van zichzelf herinnert ze zich dat ze in het voorjaar alle bloemtoppen van paardenbloemen plukte en die in een grote teil tegen elkaar aanlegde op een bed van groen. Dat gaf haar veel voldoening en maakte haar blij. Ook pioenrozen haalde ik al heel vroeg helemaal uit elkaar om de blaadjes ervan te herschikken.
Logischerwijs kwam ze in een bloemenwinkel in Hoogeveen te werken, waar ze 7 jaar lang alle vrijheid had om bijzondere bloemstukken te schikken voor veel verschillende gelegenheden. De eigenaren zagen dus al snel haar talent.
Op haar 25e jaar besloot ze om haar leven om te gooien en naar de academie Minerva te gaan. Een enorme stap, maar één die haar nooit teleurgesteld heeft. ‘Een betere stap kon ik niet zetten.’
Na een eerste jaar op de textielafdeling studeerde ze af op de afdeling Ruimtelijk die haar wat meer beeldende mogelijkheden gaf.
De rode draad in haar ontwikkeling is (natuurlijk zou je bijna zeggen) de bloem in al zijn verschijningsvormen gebleven. De kunst die ons op haar atelier omringt wordt bevolkt door bloem- en plantvormen. Het is er in de vorm van collage’s, tekeningen, schilderijen en keramiek. De verschijningsvorm loopt van realistisch tot abstract. Ondanks deze verschillen zie je overal haar enorme liefde voor het plantaardige doorheen lopen. De schilderijen heten niet voor niets: tegen de winter, nazomer, hoogzomer, verlangen enz.
Het is heel prettig om zo’n heldere ontwikkelingslijn te zien, waarbij ze in ieder stadium en onderzoek net zo lang doorgaat tot ze heeft bereikt wat in haar hoofd zit. Dat geldt voor de tekeningen en schilderijen waarmee ze begon en vervolgens bij alle technieken. Grofweg gezegd kan je stellen dat haar werken zich ontwikkelen van tekeningen en grafiek via schilderijen, die almaar pasteuzer worden, tot keramiek. Van plat naar ruimtelijk dus en in dezelfde volgorde van realistisch tot abstract. Niet dat dat van vandaag op morgen plaatsvindt. Het gaat hier om toch zeker een periode van 10 tot 15 jaar, waarin ze alle mogelijkheden, ook door- en naast elkaar, onderzoekt. Belangrijke inspiratie zijn de bloementekeningen van Elsworth Kelly en Marjolijn van den Assem, maar ook het werk van veel andere kunstenaars die zich door de natuur laten inspireren.
Haar laatste onderzoeken gaan over keramiek. Ze vroeg zich af waarom ze niet zou kunnen werken met de aarde waaruit de bloemen voortkomen. Zwartbakken klei bijvoorbeeld, of juist witte keramiek. De witte vormen geven een illusie van een ‘onder water’ wereld, de zwarte laten toch duidelijk plantvormen zien in verschillende stadia van groei tot verval. Ze is er nog lang niet klaar mee, maar vindt het heerlijk om niet gehinderd te worden door wetten en regels die voor keramisten gelden. ‘Ik sta er heel onbevangen in’. Zo wil ze nog wel eens een kleur op gebakken klei spuiten in plaats van er een glazuur overheen te bakken. Het mooie daaraan is dat alles nog mogelijk is en open ligt. Ook de manier van presenteren kan nog alles zijn. Ze componeert met alle elementen die in haar atelier voorhanden zijn, maakt en denkt de werken liggend of hangend. Een gekleurd schilderij tussen de witte keramische elementen, zwarte en witte keramiek door elkaar of alleen een wand met uitsluitend witte keramiek. Een heel spannend moment. Ik kan me voorstellen dat je dat moment zo lang mogelijk wil vasthouden.
Anneke Oele, februari 2020